Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En [37]Abraham berispte Abimelech [38]ter oorzake van een waterput, dien Abimelechs knechten met geweld genomen hadden. 37. Eer Abraham zweert, wil hij alle achterdocht wegnemen. 38. Aangezien hij hem gegraven had, en door de dorheid des lands het water zeer moeilijk te bekomen, en daarom hoog nodig en van grote waarde was. Verg. onder, hfdst.26 vs.19,20,21, enz. Richt.1:15.